Een detachement van de Photo Verkennings Afdeling Militaire Luchtvaart KNIL werden geïnstalleerd op het eiland Bali bij Koeta-Beach met name het 18e Squadron vloog in 1948 van 11 mei tot 11 augustus vanuit Bali, voor een grote opdracht van het Amerikaans PHMP ( Post Hostillties Mapping Plan) waarvoor de de P.V.A. de kartering van de Kleine Soenda Eilanden verzorgde.
Daar werd met de Mitchel B-25 Karteringswerk verricht de eilanden werden in kaart gebracht door de P.V.A. Dit detachement van ongeveer 60 man vond bij Koeta-Beach hun standplaats in de bossen en in Tentenkampen.
“Camera aan”
Door het grenzeloze bosland slingerend brede, bruine rivieren, maar daarboven is de witte en blauwe wereld van condenserende waterdamp, waar de wolken in bollende stoommassa’s opstijgen. Daar, in dit ruime rijk, dringen onze vliegers binnen, gedragen door hun brullende motoren en bezien door de gevoelloze ogen der camera’s de rijkdommen van de gebieden waar de driekleur onze gewesten afbakent. Uit de lucht wordt deel voor deel het Rijk in kaart gebracht.
Het is enerverend werk, geen streepje mag afwijken van de koers: het toestel moet om alle assen in evenwicht worden gehouden.
Dit vliegen is kunstwerk, vakmanschap en volkomen één worden, van de bemanning. Is alles klaar? Luik uit de bodem? Alles ingesteld? Fotograaf ! Camera ……aan!
De commandant van de Fotodienst was Lt. F. Olsen (hier aan het werk achter zijn bureau.) Later op 1 januari 1947 werd officieel de “Photo Verkennings Afdeling”opgericht.
( Begin Mei 1948 stampten Genie en een detachement van de P.V.A. een kampement uit de grond, dat op 11 mei officieel door de S.O.L., Maj. Wolff, werd geopend. Met deze waren Kol. Mante, Chef Personele Zaken Luchtmachtstaf Nederland, die een bezoek aan Indië brengt, en enige andere officieren uit Batavia overgekomen.)
Tot het aangetreden detachement hield Maj. Wolff een korte toespraak, waarin hij waarderende woorden richten aan het adres van de P.V.A. Hij zei, dat hij verwachtte, dat ook dit Bali-detachement haar uiterste best zou doen, deze karterings-opdracht tot een goed einde te brengen en dankte tot slot de Lt. Kol. Van Deutekom, de Territoriaal Commandant van Bali en Lombok, die persoonlijk aanwezig was, voor de medewerking die de M.L. reeds bij voorbereidende werkzaamheden van hem had mogen ondervinden.
Na Maj. Wolff voerde Kol. Mante het woord.
Kolonel-vlieger S.(Samuel) Mante (geboren in 1896). Adjunct Adjudant-Generaal (januari 1950) Chef Personeel Luchtmacht 1951-1952. Maakte deel uit van de Luchtmachtraad (Lumara) in de jaren 1950 t/m 1952. )
Twee blauwe druppels hangen trillend aan de zwarte schelpen van de koptelefoon, die klemt om het hoofd van de gezagvoerder van den Broek. Twee druppels, die langzaam groter worden, tot zij vallen of ontijdig worden afgerukt als in een steile bocht de enertie zijn beklemmende druk uitoefent.Is de Bali-zon die meedogenloos de glazen stuurkooi van de Mitchell B-25 penetreert, oorzaak van het onophoudelijk transpireren van adjudant van den Broek
Zeker niet, zolang de temperatuur op 7500 voet de vergelijking met een Hollandse zomerochtend nog glansrijk kan doorstaan. Neen, hun welige groei en voortdurende wedergeboorte danken deze blauwe droppen aan de loden verantwoordelijkheid en de permanente activiteit van de eerste bestuurder. Met het commando over toestel en zeskoppige bemanning en de opdracht fotoruns te maken over de kust van Bali is hij opgestegen in de Mitchell M-409, het geen betekend: twee-en-half uur lang ingespannen, bevelen, telefoneren, controleren,
en………. Transpireren.
Welk een metamorfose, vliegers op de grond en vliegers in de lucht: Vóór de vlucht onderscheiden de twee mannen, die nu naast elkaar achter hun stuurkolom zitten zich in niets van de doorsnee luchtvaartman Vlotte conversatie. “Mòòòge meneer Egberts”, tegen de telegrafist, die te laat komt. Vriendelijk en behulpzaam, wat blijkt als de passagier in zijn harnas gegord moet worden. Voor de machine startklaar is nog een sigaret, terwijl de doodkalme piloot, vaandrig Verrijt, wat sterke vliegers verhalen verteld: zo van een Mustang , die op één vleugel tussen twee geparkeerde Mitchells “strietst”. Maar zie hen nu eens in de lucht!
In een verbeten turen volgen de ogen een weg langs de wit bewolkte horizon, over het schilderachtige eiland, of staan gespannen gericht op één van de wijzertjes van de tientallen instrumenten onder de voorruit.
De aardige kerels op de grond groeien in de lucht. Het lijkt of de schouders breder worden en de gezichten ouder. Krachtiger straalt de persoonlijkheid…….. Hun aandacht is overal. Geen seconde behoeft de eerste het roer los te laten of de tweede heeft het reeds overgenomen. De woordloze bevelen van de commandant bevatten overtuigingskracht genoeg om de leek de indruk te geven, dat hij die bevelen zou kunnen uitvoeren.
Feller nog wordt de kracht van uitdrukking en handelen, wanneer wij het gebied naderen, dat gefotografeerd moet worden. In het toestel spannen de geesten van vlieger, waarnemer en fotograaf samen tot een fluïde combinatie, waarvan het slagen van de fotorun ten ene male afhankelijk is. De waarnemer heeft dan het commando over het vliegtuig en van de glazen neus uit tetteren de opdrachten in de oren van de eerste bestuurder. Deze waarnemer, sergeant-majoor Lesquiller, heeft de landkaart voor zich met de zwarte potloodlijn erop, die op dit ogenblik alles overtreft in belangrijkheid. Dit is de koers, die gevlogen moet worden en niet maar zo’n beetje, maar akelig precies: over dat sawaahtje, dat rieten huisje, die brug, dat ravijn en geen meter ernaast. Aan de waarnemer om rekening te houden met drift, de windkracht te meten, de opstuurhoek te vinden en te zorgen , dat het toestel dezelfde lijn in de lucht trekt.
De zwaarste ogenblikken zijn die, vlak voor het begin van de opnamen. “Naar links!” brult de waarnemer, De vlieger reageert onmiddellijk. Een ferme ruk aan het roer en het toestel ligt in een linker steile bocht, zodat de passagier een zware druk op zijn schouder voelt en de groene, kronkelde kust eensklaps vlak voor zich ziet, in plaats van ver beneden. Gespannen gelaatstrekken van de vliegers; snel bewegende armen; maar toch alles met een vorstelijke overwicht op het vliegtuigmechanisme, dat dan ook onderworpen gehoorzaamt aan de bevelen van de meester.
“Te veel”., kraakt de waarnemer, terwijl de 409 nog op zijn linkerzij ligt te steunen van tegengestelde beweging van het roer, waardoor het toestel wordt opgenomen en met alle druk, die het aan de zwaartekracht kan ontlenen probeert de verslaggever door het vloertje te persen. Het brullen van de Cyclones wordt luider en alles, bemanning, horizon, vlakke zee en witte wolken, het tuimelt met onzinnige vaart in , door en voorbij het glazen Mitchell-huis zonder dat je kunt beseffen of je zit ,hangt of tegen een verticaal vlak aangekleefd bent.
Onmiddellijk daarna ligt het vliegtuig volkomen rustig! “Hou hem zo” zegt de waarnemer. De fotorun kan beginnen. Het is een enerverende bezigheid voor de vlieger, die nu volgt. Het toestel recht houden om alle drie de assen: hoogte constant, snelheid niet laten veranderen. Een constante schaal op de kaarten , die uit deze foto’s worden geconstrueerd, stelt eenzelfde hoogte, snelheid, koers en stabiliteit als dwingende eis. De vlieger verstaat het vak: het toestel ligt geheel stil. Op de voorruit zit een moddervlekje. Wie langs dit vlekje tuurt ziet, dat het vliegtuig geen centimeter van het eenmaal ingeslagen pad afwijkt. Alle wijzers staan onbeweeglijk voor hun zwarte platen. Dit vliegen is kunstwerk, te meer als men weet, hoe juist de scheiding van water en land de remous zicht driftig op het toestel pleegt te werpen, zodat het alles doet, behalve constant rechtuit vliegen. Zodra de B-25 rustig ligt en op de juiste koers aanvliegt op de fotolijn, klemt de fotograaf, soldaat Gerlach, de tanden op elkaar. Nog even. Is alles klaar ? luik uit de bodem? Alles ingesteld? Intervalometer oké Nu een paar blanco opnamen. Filmrol loopt. Slangen in orde. 10 graden drift ingesteld. Daar is de stem van de waarnemer; “Fotograaf let op. Camera……. Aan!!”
Beginnen! Druk op de knop. Houd dat luchtbelletje in het midden. Rood lichtje: opname. Wit lichtje: camera dicht. Snel even bijstellen……
Eén fotorun van enkele minuten lijkt Gerlach even zwaar als de hele dag werken in de donkere kamer van het fotoatelier in Haarlem, waar hij het vak geleerd heeft.
Het “camera….dicht!!” is dus ook elke keer weer een verlossing voor deze jonge vakman, zoals het een verlossing is voor de gehele bemanning, als de laatste film verschoten is. Op enkel meters hoogte denderen we over de witte branding, lager dan de palmentoppen achter het strand waar het P.V.A.-kamp verscholen ligt. Vervaarlijk brullend met behulp van een extra dotje gas laten we de motorpool weten , dat zij alvast een wagen kan sturen naar het vliegveld. We zijn in aantocht.
De ronde om het vliegveld het oorsuizende dalen. Het is alles normaal. Een ogenblik lijkt het er op of de schipper het toestel in het water wil landen want het groene glashelder water is zo dichtbij dat de gouden vissen duidelijk te onderscheiden zijn. Maar op het moment, dat de wielen het water moeten raken, schiet het grasbaantje van het vliegveld Zuid-Bali onder ons door en staan we aan de grond. De gelaatstrekken van de leden der bemanning kunnen zich ontspannen. Eén voor een zeult de crew door de nauwe sleuven in de buik van de B-25. De pajongs worden afgegespt en de laatste inspanning weggeblazen met de rook van een haastig opgestoken sigaret.
Het P.V.A.-kamp Koeta-Beach onderscheidt zich slechts van een vacantie-kamp in Laren of Bakkum door zijn ligging achter de rollende , helwitte branding, tussen de slankschone palmen aan het strand van Bali. Overigens is er nog het paradoxale verschil, dat er in dit vacantiekamp gewerkt wordt, in de donkere kamer, in de keuken, in de motorpool, in de operationsroom. Maar….. een vacantie-kamp blijft het toch. De tientallen tenten doen het best in dit klimaat, de bamboehutten, die dienst doen als cantine, badhuis en operationsroom geven een “bewoonde-wereld-idee” Het leidingwater reinigt op ieder gewenst ogenblik de bestofte of bezwete ledematen en de bruisende zee wordt het spel van haar wit gekamde golven met de glanzende vliegerlichamen nimmer moe. Waartoe dan dit geschrijf, als het er in Bakkum precies eender toegaat? Omdat het grootste verschil tussen Bali en Bakkum gelegen is bij de kampbewoners hier, de mensen die tezamen dit filiaal van de grote P.V.A. van de Indische Militaire Luchtvaart hebben opgebouwd. Zij zijn het, die door hun welhaast volmaakte eendracht en vriendschap, waarmee zij dit zetbazenwerk verrichten, dit kamp tot een alleszins vermeldingswaardig geheel maken.
Het is namelijk zo, dat het luchtkarteringswerk, zoals dat hier boven de kleine Soenda-eilanden plaats vindt niet uitsluitend op de schouders van de mannen van de 409, die wij zoeven in de lucht vergezelde. Het wordt gedaan door alle zestig hoofden en lichamen, die zich hier rond de groene Amerikaanse legertenten hebben verzameld. Dadelijk na de terugkeer van de auto ( die een half uur voor de landing van de 409 nog uit elkaar lag en slechts dankzij het vakmanschap van automonteurs als Van Schayk en soldaat Ezinga op tijd naar het vliegveld kon vertrekken) verhuist de filmcasette naar de donkere kamer, waar vaardige fotogravenhanden er een meters lange trits negatieve beelden van dompelen.
Na het drogen rollen die beelden over de lichtbak, terwijl de voorovergebogen figuren van officier Van Vollenhoven en 2e luitenant-waarnemer Welten de resultaten van het werk interpreteren, ieder ten eigen behoeve : voor de veiligheidsman zijn de topografische gegevens van belang, voor de navigator de gevlogen koersen, die voor volgende vluchten worden vastgelegd. Ieder zet eigen wijze zijn schouders onder het werk. Twee man moeten worden overgeplaatst: sergeant Merry schrijft hun vervoersbewijzen; de juist teruggekeerde bemanning heeft dorst: sergeant Merry siert de glazen met een brede schuimrand; iemand verwondt zich en wenst jodium; sergeant Merry doet een greep in de medicijnkast. Laten we de kok niet vergeten, dat grappige joch met zijn kort geknipte haren en de sergeant-majoor Burgers, die in zijn radiowagen de gehele wereld met aetherbanden omspant. Als de avond valt over het kamp Koeta-Beach kunnen we tien, twintig man onder het bamboe dak van de cantine bijeen vinden. De anderen zijn of in Den Pasar, in het bouwvallige bioscoopje, dat “Hollywood” heet, of in het Bali-Hotel, waar verbijsterend mooi Balinese dansvoorstellingen een onderbreking vormen van borrelgesprekken.
Een ondernemend groepje zal wellicht op één of ander duister kampongpleintje kennis maken met de Hindoe rythen die wild opbruisen in krisdans en gamelan accoorden. Maar sommige blijven thuis. De gesprekken slingeren zich over een halve aardbol of door een groot probleem. De radio speelt muziek van deze streken: Jazz, wing, Bing Crosbey gezang……
Maar onophoudelijk klinkt de doffe stap van mannen als Pikaar en Brands, de soldaten van de Luchtvaarttroepen, die hun ronde doen, nacht in nacht uit, op wacht bij het werk aan de Kaart van Indonesië
Auteur. Otto Kuyk
Aanverwant bij dit artikel was er dit artikel van de stuurkolom en maandblad van de Militaire Luchtvaart KNIL, van augustus 1948.
P.V.A. Op Bali
Beëindigd Karteringswerk
Omstreeks het begin van de maand Augustus zal de laatste hand gelegd zijn aan de luchtkartering, welke door de Photo Verkennings Afdeling van, het eiland Bali uit werd ondernomen. Sinds half Mei is een detachement van ongeveer 60 man in het kamp Koeta gelegerd geweest en het heeft dank zij eminente onderlinge samenwerking en grote werklust een omvangrijk werk tot een goed einde gebracht.
` Commandant van de P.V.A. op Bali was de 1e Lt. vlg.wnr. J.P. Verspoor, die, wanneer hij niet in de lucht was als gezagvoeder van een der B-25 “Mitchells” de scepter zwaaide in de bedrijvige operaties room, van waaruit de gehele onderneming werd geleid.
Aan het vakmanschap van vlieger, waarnemer en luchtfotograaf werden de hoogste eisen gesteld. De waarnemer had tot taak het toestel naar de juiste plaats van aanvang van de fotorun te navigeren en wanneer het zover was, er voor te zorgen, dat de Mitchell gedurende het fotograferen een koers vloog, overeenkomstig de op de grond vastgestelde plannen. Gedurende de gehele vlucht, die dikwijls uren duurde, kwamen kwamen de handen van de vlieger niet van de stuurkolom. Een fotorun vergt een dermate grote accuratesse en op één trip wordt zo vaak van koers veranderd, dat geen gelegenheid bestaat van de automatische piloot gebruik te maken. Tijdens het fotograveren dient de kist volkomen recht te blijven, wat een kunststuk op zichzelf is en eerst dan begint de fotograaf zijn plaatjes te schieten, met alle moeilijkheden, die belichting, overlap, camera, en meters op kunnen leveren. Na de vlucht mogen vlieger, waarnemer en telegrafist op hun lauweren rusten, de fotograaf is niet eerder gereed, dan dat de gemaakte foto’s in de donkere kamer door hem zijn ontwikkeld.
De luchtvaartfotograaf aan het werk voor zijn Camera in de Mitchell B-25 ( FB 25)
Na controle en aantekening op de kaarten in de ops-room worden de ontwikkelde foto’s naar P.V.A. Tjililitan gezonden te einde te worden afgedrukt en opgezonden naar de opdrachtgevers van de luchtkartering: Departement van V. en W. en Topografische Dienst.
Vele zijn de moeilijkheden waarmee men bij luchtkartering te kampen heeft. Wat iedereen prachtig weer noemt. Een blauwe lucht met hier en daar een wolkje is voor de fotoverkenners al slecht, waar het nu eenmaal onmogelijk is door de wolken te fotograferen. Vele bergen, zoals bijvoorbeeld de Batoekoea op Bali zijn voortdurend door een wolkenpak aan het oog van de luchtcamera onttrokken en kunnen dus nooit op de gevoelige plaat worden vastgelegd. Neemt men daarbij de storingen, die op kunnen treden aan vliegtuigen, camera’s en grondinstallaties, dan valt het des te meer te bewonderen, dat P.V.A. Bali in enkele maanden tijds 20.000 luchtfoto’s heeft kunnen produceren.
Reeds op de negatieven die op Koeta beach over lichtbakken uitgerold werden viel waar te nemen hoe groot de onnauwkeurigheden zijn van de nu nog in gebruik zijn kaarten.
In het moderne leven van luchtverkeer verre reizen exploitatie van onbekende gebieden, is de kaart een onmisbaar hulpmiddel geworden, echter alleen, wanneer men er volkomen op kan vertrouwen. Eeuwenlang heeft men gestreefd naar een zo aannemelijk mogelijk beeld van het bolle aardoppervlak op het platte vlak. Door toedoen van wiskundig zeer ingewikkelde constructies als cylinder- en kegelprojecties werd reeds betrouwe schaalverdeling bewerkstelling, waarbij na ten slotte van luchtfotografie een dankbaar gebruik van wordt gemaakt: voor het aanbrengen van gedetailleerde topografische bijzonderheden. Grote gebieden, en onherbergzame tropische streken kunnen welhaast uitsluitend door de luchtfotograaf opengelegd worden. Een vliegtuig, een camera en een wolkenloze hemel zijn vrijwel de enige voorwaarden waarvan een geslaagd, natuurgetrouw beeld van het te karteren land afhankelijk is.
Vrijwel ……. want een van de een van de meest belangrijke factoren van een succesvolle luchtkartering is het soepel functioneren van het “team” , dat de technische hulpmiddelen ter beschikking krijgt om er een doel mee te bereiken.
Op de man komt het aan! Bezit hij genoeg vakkennis, kan hij zich inspannen tot buitengewone prestaties, kan hij zich invoegen in het geheel, een team vormen…?
Zulk een vlot samenwerkend “team” was het P.V.A.-detachement op Bali. Door alle rangen, in alle functies werd hier in een treffend kameraadschap geploeterd aan het volbrengen van de uiteindelijke opdracht. En dit zeker niet alleen door hen, die met de fotografie te doen hadden. Niet minder lof verdienen de mannen, die meer indirect bijdroegen in het karteringswerk.
Reeds dadelijk bij aankomst op Koeta-Beach werd de aandacht getrokken door virtuositeit waarmee van nederzetting bestaande uit tenten en bamboehutten vlak achter het strand van Bali een alleszins bewoonbaar, ja zelfs geriefelijk kamp was getoverd.
Onder de slanke palmen ratelde een jeep-motor het vermogen bij elkaar, dat het gehele kamp tot s’avonds half elf electrische stroom leverde. Stroom voor de lichtbakken en de donkere kamer, maar ook voor verlichting en voor de radio, waaruit men s’avonds de noodzakelijke verstrooiing en het contact met de buitenwereld verkreeg. Eén druk op de knop en helder welwater werd door middel van de eigen pompinstallatie in een vergaarbak gebracht, zodat aan de hoogste eisen van lichaamshygiëne kon worden voldaan. Opmerkelijk is nog de mobiliteit van de P.V.A.-nederzetting. Donker kamer, aggregaten, radioapparatuur, het staat alles op wielen, terwijl voor het overige alle uitrusting gemakkelijk per auto kon verworden vervoerd.
Was dus het kamp van vele gemakken voorzien, het bleef een buitenpost, slechts te bereiken en te verlaten per motortransport. Verder werd de eenzaamheid slechts verbroken door het gedreun van de rollende branding, de radiomuziek, de post en de Hollandse bladen van drie maanden geleden.
Hoe vervelend zou dit op den duur geworden zijn, als niet die geest van vriendschap en waardering geworden zijn, als niet die geest van vriendschap en waardering gezorgd had voor welhaast constante recreatie. De vermoeidheid van een drukke werkdag verhinderd nooit, dat zich in de avonden een gemengd gezelschap vormde, waarvan hoog en laag zich voor elkaar interesseerde en men elkaar met verhalen bezighield; sterke verhalen soms, maar daarom niet minder amusant.
De zestig man, die tezamen arbeidden vierden samen hun feesten, waarna de zwakke broeders ook weer met vereende krachten naar bed werden gebracht. Samen maakte men tochten door het wonderbaarlijke lustoord, dal Bali heet. Samen genoot men de exotische sfeer van nachtelijke krisdans bij sober maanlicht in een afgelegen kampong.
De volgende dag was men weer commandant, met 1001 bezigheden, automonteur, eindeloos reparerend die vier onmisbare auto’s of kok, kunstwerken plegend op culinair gebied, intelofficier, naarstig speurend naar gegevens of administrateur, onderwijl de functies van postmaster, verplegingsofficier, ziekenverpleger en cantinebeheerder uitoefenend……………
Zo leefden tot begin augustus de mannen van de M.L. op Bali, samen levend en samen werkend en bevochten zich op de wijze de erenaam: wegwijzers in tropenland.
Het was weer een genoegen om aan dit project aandacht te besteden, temeer omdat het Militaire Luchtvaart KNIL zeker in Nederlands-Indië zijn sporen heeft verdiend.
Reacties kunnen worden doorgestuurd naar history@dornierdo24k.nl opdat ik zelf deze reactie zal plaatsen bij dit artikel.
Een reactie van Dhr H.T.H.M. Kauffman
Goedemorgen Bert,
Hartelijk dank voor je bericht en voor je voicemail. Ik ben direct naar het artikel op je website gegaan en heb gezien dat je de PVA, een belangrijke eenheid van de ML-KNIL, op een boeiende wijze over het voetlicht heb gebracht. De komende dagen ga ik graag op mijn gemak het hele artikel lezen want, zoals gebruikelijk, ben je niet over één nacht ijs gegaan en heb je uitgebreid onderzoek gedaan naar de kartering door de PVA van de Kleine Soenda Eilanden. Het resultaat van je werk mag er zijn. Ik zag bekende namen voorbij komen, onder andere van de LVT’er s Brands en Pikaar.
Ik dank je hartelijk dat je de ML-KNIL. en met name de PVA, op deze wijze onder de aandacht brengt. Geweldig dat je op de komende ML-KNIL reünie, die op zondag 6 oktober wordt gehouden, de PVA tot het middelpunt van je stand maakt.
Met hartelijke groet,
Henk