Als KNIL soldaat in Japans Krijgsgevangenschap 1935- 1945
Jacobus Marcus Tielman: [ roepnaam Broer]
Geboren 07-07-1914 te Krian op de Suikerfabriek in Oost-Java daar stond zijn geboortehuis gevonden door familie in 2001. Het terrein waarop de suikerfabriek stond was nagenoeg leeg alleen nog enkele bouwvallen waren te vinden maar wel de schoorsteen van de fabriek stond er nog. Later in 2007 werd weer een bezoek gebracht maar toen was het bijna leeg, een ondernemer heeft het terrein radicaal gelijk gemaakt.
Zijn ouders, Jabobus Marcus Tielman en Sophie Buschman zie foto’s
De moeder van Broer Tielman
Sophie Buschman.
Geb: (West Borneo) Sambas 4 Mei 1892.
Overl: Malang, 22 Aug.1942
De vader van Broer Tielman
Jacobus Marcus Tielman
Geb. (Centraal Java) Banjumas, 5 Jan.1882.
Overl. Malang, 29 Juni,1946.
Jacobus Marcus Tielman ( Broer voor de familie ) groeide op tussen de Suikerplantages in de streek tussen Modjokerto en Soerabaja en de Suikerfabriek Krian op Oost-Java Sidoardjo een streek ten westen onder de rook van Soerabaja.
Zijn verhalen waren vooral avontuurlijk, eerst op het terrein van de suikerfabriek Krian waar een prachtige woning stond waarin hij opgroeide en speelde, ook had hij vele vriendjes op de suikeronderneming. (woning terug gevonden in 2001)
Bij zijn verhalen over zijn jeugd werd altijd verteld over een grote boom waarin hij speelde die boom werd regenboom genoemd, en dat hij het avontuurlijk vond om te spelen onder het huis waarin hij woonde hij vertelde over ronde gaten in de muur waar hij dan onder kroop.
Na zijn eerste bezoek weer op Java na 1958 heeft onze familie Broer Tielman gevraagd om als gids tijdens de reis te fungeren en de plaatsen en plekken waar hij woonde en werkte te laten zien. Zijn verhaal vertellende bij de Suikerfabriek Krian en dat hij daar geboren was leverde hem een mooi aandenken van het bewakingspersoneel.
Bij overleving weten wij dat Broer Tielman op school zat in Lawang een dorp voor de grote stad Malang. Zijn schooltijd in een bijzondere klas die nog steeds te bezichtigen is, in 2001 is Tielman er zelf nog geweest en zijn oude klas was er nog hij kon er nog veel over vertellen.
Later kwam broer op een christelijke lagere school Brawijaya in het centrum van Malang zijn ouders woonde toen in de nieuwe fruitbuurt Ramboetanweg nummer 16 op de hoek met Doewet tegenover een groot grasveld Taman Gayam.
Op latere leeftijd kwam Broer in aanmerking voor de hogere school en dat werd de cultuurschool in Malang niet ver van zijn woonplek Ramboetanweg 16. Hij was een uitstekend leerling had veel humor, en vele vrienden waarmee hij op avontuur ging,
en een uitmuntend atleet vooral zwemmen, duiken, en schoonspringen was zijn favoriete sport ook boksen had zijn aandacht broer zag er sterk en gemotiveerd uit door zijn uitstraling menig meisje die wilde hem strikken.
De Cultuurschool [zie foto’s boven] waarop Broer Tielman zijn studie afmaakte later werd hij administrateur op de Plantage’s van Rubber, Cacao, en Koffie op de ondernemingen.
Foto’s van Broer Tielman met vrouwelijk schoon om hem heen in die tijd nog wel zeldzaam maar toch hij heeft een vriendelijke uitstraling en ziet er uit als een atleet, het was gewoon zo je moest je uiterlijk goed verzorgen en daar was ook sport bij, om je lichaam goed te trainen werd er veel tijd ingestoken, en dat deed Broer Tielman wel.
De Diensttijd breekt aan in 1935
Hij was ongeveer 19 of 20 jaar het was in het jaar 1935 of de dienstplicht riep hem op om zijn bijdrage te leveren bij het Koninklijke Nederlandsche Indische Leger ( KNIL)
Tielman werd opgeroepen om in Tjimahi midden-Java een garnizoensplaats zich te melden bij de Mobiele Artillerie van het 4e en 9e Bataljon, Tjimahi ligt ten westen van Bandoeng. Hij werd geplaatst bij de paarden die de kanonnen moesten verplaatsen middels een verrijdbare affuit.
Tielman maakte vele vrienden daar in het leger ook door zijn postuur een krachtig persoon werd hij een vertrouwensman onder de kameraden en zijn inzicht voor zijn taak in het leger.
Zijn legertijd viel hem zwaar net van de Cultuurschool af en bijna gelijk onder de wapenen
maar hij maakte het er beste van zoals altijd positief ingesteld. Hij had het zich anders voorgesteld om een baan te vinden in de plantagecultuur daar heeft hij ten slotte voor geleerd
Zijn legertijd heeft hij goed doorlopen en maakte vele vrienden in zijn compagnie zie de vele foto’s.
Na de diensttijd in Tjimahi zocht broer werk op de plantages in Oost-Java uit zijn verhalen kwam hij daar makkelijk aan door zijn scholing en zijn plan van aanpak.
De belangrijkste ondernemingen waren de Rubberplantage,s gecombineerd met Koffie en Cacao plantage,s daar was hij goed in, en een vlijtige leerling tijdens de eerste jaren de natuur hield hem bezig en zijn goede kijk op het verloop van tijd en aanwas van de Rubberbomen en Koffie, Cacao planten.
Als eerste jonge planter na verschillende plantage,s te hebben afgelopen, kreeg Broer Tielman zijn eerste eigen onderneming op Sukamade, daar hij goed was voor zijn werk kreeg hij meer geld aangeboden , en nu dus zijn eigen onderneming van de
Rubber Cultuur Mij. “Amsterdam”
We schrijven December 1941 Broer Tielman was toen ongeveer 27 en een hafjaar oud in de kracht van zijn leven Pearl Harbor werd aangevallen en Nederlands –Indië moest mobiliseren ook Broer Tielman de mobilisatie was een feit ook voor Broer die zijn landgoed op Sukamade moest verlaten om zich te melden in Tjimahi bij zijn legeronderdeel van de Bergartillerie. Samen met zijn medewerker planter Cees Leeuwenburgh
Onder het Nederlandse bewind was Tjimahi de hoofdplaats van het gelijknamige district en een garnizoensplaats waar vrijwel alle troepensoorten van het KNIL waren gelegerd. Ook was hier een militaire strafgevangenis gevestigd. Bij de dreiging van een invasie in Nederlands-Indië door Japan in het begin van 1942 was de hoogvlakte bij Bandung het gebied waar het KNIL hoopte met hulp van Britse en Australische bondgenoten weerstand te kunnen bieden aan de Japanse inval. De snelle Japanse opmars verraste echter de troepen en leidde op 8 maart 1942 tot capitulatie. Na vrijlating van een groot aantal inheemse KNIL militairen in april, mei en juni 1942 werden de overgebleven krijgsgevangenen geconcentreerd in een aantal interneringskampen in Sukabumi, Bandung en Tjimahi. De veel gebruikte term jappenkamp is een andere benaming van Japanse interneringskampen waarin hetzij militairen of burgers gevangen werden gehouden tijdens de tweede wereldoorlog. Zo bestonden er in kamp Tjimahi verschillende kampementen voor krijgsgevangen en burgers.
De oorlog in Nederlands-Indië op het eiland Java heeft misschien maar 5 dagen geduurd voor het KNIL op 8 maart werd al de capitulatie al ondertekend door de legerbevelhebber Hein Terpoorten in Kalidjati.
Na de capitulatie van het KNIL begin maart 1942, is J.M.Tielman op 8-3-1942 krijgsgevangen genomen in de omgeving van Tjiandjoer ten westen van Bandoeng.
Tielman werd in gedeeld bij groep Java party 1 en werd in verschillende kampen ondergebracht op Java, zéér aannemelijk in kamp berg.art.te Tjimahi omdat dat zijn Unit was.
Via deze kampkaarten is er veel uit te lezen wat er gebeurde met de persoon die krijgsgevangen werd gemaakt zo ook de gegevens van Broer Tielman.
De krijgsgevangenen van Party 1 en het 17e transport (Java Party 17) werden per vrachtwagen naar Bandoeng gebracht. Na ongeveer een maand verbleef Broer Tielman in dit kamp, waarna de groep Nederlandse krijgsgevangenen per vrachtauto en vermoedelijk ook per lokaal spoor overgebracht naar Batavia bij het 10e Bataljon kamp ( Cycle Camp)
Een deel van het kamp werd gevormd door de onderkomens van een compagnie wielrijders, de reden waarom de Engelstalige krijgsgevangenen doorgaans spraken van het “Cycle Camp”
Batavia 10e Bataljon Java
Andere benamingen
Cycle Camp
Java Main camp (Japanse administratie)
Ligging
Deze kazerne lag in het centrum van Batavia, iets ten oosten van het stadscentrum. Het was gedurende de gehele Japanse bezetting een doorgangskamp voor krijgsgevangenen, die op transport gingen naar Sumatra, Singapore, Birma, Thailand, Indo-China en Japan. |
Kampcommandant
kapitein Yamamoto(aug-sept 1942), kapitein Sonei (sept 1942-feb 1944),
kapitein Nishikawa (feb – nov 1944), kurashima (nov 1944-mei 1945), (mei-okt 1945)
Kampbewaking
Japanse militairen, Koreanen
Kampleiding
april-dec 1942: generaal-majoor G.A.Ilgen, vice-admiraal P.C.Maltby,
brigade-generaal A.S.Blackburn (Australiër); jan-okt 1943: luitenant-kolonel L.F.Lanzing
Op 26 september 1943 werd Tielman verplaatst vanuit het Cycle Camp per trein ofwel met vrachtauto’s naar Tandjong Priok om verscheept te worden richting Singapore op het Hellship Makkasar-Maru. Met aan boord 429 Engelse krijgsgevangenen en 2169 Nederlandse krijgsgevangenen zij kwamen op 30 september 1943 aan in Singapore.
Daar aangekomen werden zij naar het Changi camp gebracht daar verbleven zij tot 6 september 1943 om met het volgende Hell-ship Hawaii-Maru naar Japan vervoerd te worden.
Op 29-09-1943 werd de rede van Singapore bereikt en vond de ontscheping de volgende morgen op 30-09-1943 plaats, Broer Tielman werd overgebracht naar het Changi Kamp, heeft daar ongeveer 5 weken gezeten. Op 6-11-1943 werd hij met het Hell-ship Hawaii Maru2 als groep B vervoerd naar Japan en kwam op 3-12-1943 aan te Moji op het eiland Kiushu.
Onderweg vanuit Singapore, zij voeren in convooi, werd bewaakt opdat het schip niet werd aangevallen door onderzeeboten of vliegtuigen van de Amerikanen dat gebeurde regelmatig op zee tijdens deze transporten de Japanse Marine hebben het verdrag van Genéve nooit opgevolgd met verschrikkelijke gevolgen, er werd beschreven in het verdrag ook door het rode kruis voor alle vervoer met krijgsgevangenen op het vervoersmiddel een rood kruis moest staan opdat de geallieerden konden zien dat er krijgsgevangenen aan boord waren.
Op 27 november werd het convooi toch aangevallen in het noorden van Formosa door een kleine groep Amerikaanse B-25 bommenwerpers van het 14e Air force.
De gevangenen werden onmiddellijk opgesloten benedendeks, waar ze in elkaar gedoken in angst wachten op hun lot. Gelukkig Hawaii Maru werd niet geraakt. Maar toen bleek de Hakone-Maru aan het zinken was die ook bij dit convooi behoorde, is de Hawaii-Maru gestopt om 900 overlevenden op te pikken.
De volgende dag werd Tielman ontscheept in Moji en per trein overgebracht naar het station in Miyata, vanaf het station was het nog 10 Km lopen naar kamp Fukuoka 9B
De tekst onder de foto: 15008 Receiving building at Moji Kyushu Japan where all POWs first stopped when getting off ships arriving from captured areas 45-05-15
In dit havengebouw werden alle krijgsgevangenen gecontroleerd en doorverwezen naar verschillende kamp het meeste was in Fukuoka en naar Nagasaki. Broer Tielman kwam vervolgens in Fukuoka 9B. bij de plaats Myata een kolenmijn stadje.
Miyata lag ongeveer 30 km ten Noord-oosten van Fukuoka. Het kamp lag tegen een berghelling aan en bestond uit nieuw gebouwde houten barakken.
Op de situatie tekening af te lezen nummer 9 Miyata is de plaats waar Tielman in de kolenmijnen werkte 600 meter onder de grond, zwaar werk moet het geweest zijn.
Een impressie van de mijn en alles wat er omheen gebeurd
Uit de informatie die te vinden is bij de Heer Henk Beekhuis die heeft veel geschreven over de Japanse kampen en die een website beheerd is e.e.a te vinden uit de kamp gegevens.
Zoals ook bleek dat Broer Tielman ziek is geweest in het kamp Fukuoka 9B hij werd vervoerd naar het hospitaal kamp te Moji ( Fukuoka4-B) om aldaar aan te sterken hij werd ziek op 24-12-1943 en bleef enige tijd in het hospitaal kamp te Modji.
Tielman werd op 10-04-1944 opnieuw overgebracht naar kamp Fukuoka 9B.
Fukuoka #4B Moji – POWs of the Japanese
|
Dit gebouw als zijnde hospitaal in de 2e wereld oorlog in Japan werd dus gebruikt voor zieke krijgsgevangenen zoals Broer Tielman wij hebben nooit geweten dat hij ziek is geweest in zijn krijgsgevangenschap in Japan.
Door de informatie van de kaarten en met behulp van Sijtje en Nanna Jeekel ben ik er achter gekomen ook dat dit camp Fukuoka 4B is genoemd YMCA building
Zo te zien ziet het er redelijk uit als zijnde hospitaal het gebouw word nu nog steeds gebruikt in Japan
De boven verdieping is ook gebruikt als zieke kamer deze foto’s zijn gemaakt op 21 januari 1946 for War Crimes Investigation U.S National Record Group. Images courtesy Roger Mansell.
Op de begane grond latrine (f to r) pit toilets, urinals, wash bassins, en de deur naar de badkamer.
Na 10 april 1944 werd de werkzaamheden gewoon voort gezet in de kolenmijnen ook voor broer Tielman inmiddels werd het kamp telkens hernoemd eerst had het nummer Fukuoka F-20B of F-12D op 15 augustus 1945 veranderde het kamp in fukuoka 9B.
15 augustus 1945 was ook het einde van deze verschrikkelijke oorlog het heeft nog even geduurd voordat de krijgsgevangenen het te horen gekregen, opdat moment werd via pamfletten die werd verstrooid uit de Mitchell B-25 te kennen gegeven om witte laken op de gebouwen te spannen met de letter POW ofwel Prisoners Of War opdat voedsel en medicijnen konden worden gedropt.
Op 20 september 1945 werd Broer Tielman overgedragen aan de geallieerden aan Kolonel Griffin en werd vervoerd naar Nagasaki om vervolgens naar Manila verscheept te worden om daar in recuperatietijd aan te sterken om vervolgens na 3 maanden weer terug naar Java Semarang te gaan.
|
Hallo Bep,
Wat een fantastisch verhaal weer. Vooral de foto’s versterken het verhaal. Pa heeft wel eens verteld dat hij heel ziek was geweest ( Malaria). Misschien is hij daarvoor wel opgenomen geworden.
Groet
Ruud
Beste,
Op zoek naar de verblijfplaatsen van mijn grootvader kwam ik op jullie site. Ze moeten elkaar gekend hebben. Hij zat ook in Fukuoma 9B. A. (Jos) Verwoerd. Dit jaar ga ik daar eens kijken. Ik ben heel benieuwd of er nog iets over die jaren terug te vinden valt. Jullie site ziet er mooi uit, wat een bijzonder verhaal.
Met vriendelijke groet,
Michiel
Door een speurtocht op internet over Fukuoka 9B kwam ik op jullie site terecht. Mijn vader (C.M.J. Flohr) heeft daar ook gezeten. Ben nu bezig met zijn dagboek over die tijd. Jullie hebben veel gegevens en foto’s op de site staan. Ik heb hiervan enkele gekopieerd. Ik hoop dat jullie daar geen bezwaar tegen hebben. Ben overigens benieuwd of jullie het dagboekjournaal van de kamparts (Hilfman) ook kennen. Het is in boekvorm uitgegeven met de titel “Arts in krijgsgevangenschap” hierin staat ook veel informatie over dit kamp.
Dank voor de informatie,
met vriendelijke groet,
Peter Flohr
Zie ook Godert van der Capellen voor een beschrijving van de activiteiten van gouverneur-generaal van der Capellen
Heel mooi opgeschreven. Mijn vader Johannis (Jo) Valkier 2e eskadron Cavalerie te Bandoeng zat ook in Japan gevangen. Ben op zoek naar gegevens in welk kamp hij precies zat. Wellicht heeft iemand die dit mooie artikel leest hem gekend en weet wat meer over de tijd die hij in Japan doorbracht. Hij officiële documenten kan ik niet halen. Ik heb het hem nooit zelf kunnen vragen want hij overleed in 1964. Sprak ook nooit over de oorlog.
Wat een geweldige bron van informatie. Broer was een neef van mijn Oma, (Louisa Cornelia Eysink Buschman)
Wij houden contact.