De ML-KNIL verloor de Mitchell B-25 M-409
Een ramp trof de Militaire Luchtvaart
De Militaire Luchtvaart werd in rouw gedompeld door de ontzettende ramp, die zich voltrok toen zaterdagmiddag 14 mei 1949 om half vijf een B-25 van het 18e Squadron bij Kroja neerstortte In deze bijlage gedenken wij de acht inzittenden van dit vliegtuig, welke bij dit noodlottig ongeval het leven lieten. Wij gedenken luitenant-kolonel R.E Jessurun, 4e klasse M.W.O. stafofficier technische zaken. Met overste Jessurun verliezen wij een van de strijdvaardigste wapenbroeders, een man die zicht telkenmale op de voorgrond stelde wanneer gevaren dreigden. Vele zijn de verhalen, die omtrent zijn moed en onverschrokkenheid de ronde doen. Hij trad in 1940 toe tot de M.L. en bevocht de invallende Japanners in 1942 als waarnemer bij de 1e afdeling van 1e vliegtuiggroep op Andir. Na er in geslaagd te zijn uit te wijken naar Australië werd overste Jessurun bij het 38e Squadron geplaatst en uit deze tijden dateren zijn grote heldendaden als waarnemer en als aanvoerder van grote geallieerde vliegtuigeskaders, waaronder die der 13e Amerikaanse luchtmacht. Maar ook na de oorlog gaf overste Jessurun alle kracht en alle vakmanschap aan de M.L. en de hoogste technische verantwoordelijkheid in deze luchmacht had bijgeen ander in beter handen kunnen zijn. Met onverwoestbare vitaliteit was hij steeds daar te vinden, waar het hardst moest worden gewerkt en wij herinneren ons overste Jessurun, helpen bij het uitladen van jeeps op het vliegveld Maguwo, kort na de Nederlandse bezetting, zien we hem op Suftiatra in een opgewonden situatie dodelijk kalm vele problemen oplossen en wij denken tenslotte aan overste Jessurun als de populaire figuur, die ondanks de hoge vlucht van zijn militaire loopbaan nimmer zijn oude vrienden vergat en daarmee blijvend een kameraadschappelijke verhouding wist te handhaven. Deze man is de Militaire Luchtvaart nu ontvallen en al moge het gemis in de korte spanne tijds van twee dagen nog niet ten volle tot ons doorgedrongen, reeds staat vast dat zijn Leidinggevende en tegelijkertijd beminnelijke persoonlijkheid nimmer uit de herinnering van de M.L zal kunnen worden geschrapt. Hij ruste in vrede.
Wij gedenken luitenant kolonel J.W. Gerharz. Wij gedenken overste Gerharz als een der bekwaamste , maar tevens als een der vriendelijkste officieren van de M.L. Ook het publiek kent hem, want hij was een van de medewerkers aan het radioprogramma van de M.L. onder titel “Luchtvaartpraat”dat regelmatig werd uitgezonden en waarin hij een der geestdriftigste deelnemer was. In 1937 kwam hij bij de M.L. als commandant van het radiodetachement op Andir en aan deze dienst van de radio en verbindingen heeft hij zijn hart verpand gehad. Veel heeft overste Gerharz tot stand gebracht, zoals de oprichting van radio/telegrafisten school, talloze radiozenders en bakens en de nieuwste radiosnufjes in de militaire vliegtuigen. Het laat geen twijfel, dat er in die tijd veel is gevergd van het personeel van overste Gerharz, maar het werd gevraagd op de prettigste en gemoedelijke manier, die deze officier eigen was. En het meeste vergde hij altijd nog van zichzelf. In de loop der jaren ontwikkelde zich de schrandere genieofficier tot een allround luchtvaartman, vandaar dat, toen in maart van dit jaar de zo veelomvattende post van stafofficier luchtvaartzaken vrij kwam, niemand beter dan overste Gerharz in deze functie kon worden aangesteld.De afgelopen twee maanden hebben bewezen, dat de vliegdienst bij hem in goede handen is geweest. Generaal van der Eem mist in hem zijn rechterhand: het hoofdkwartier verliest een tweede vriend, een man die leiding wist te geven op een onvergetelijk prettige wijze: de M.L. verliest een vakkundige dienaar, aan wie zij onmetelijke dan verschuldigd is.
Wij gedenken de eerste luitenant vlieger waarnemer der ML W.J van der Plaats, gezagvoerder van het verongelukte toestel. Luitenant van der Plaats stond bekend, niet alleen als een uitstekend militair, maar eveneens als een zeer bekwaam vlieger. Kort voor de actieperiode trad hij toe tot het achttiende squadron en het is bekend met welk een vuur van enthousiasme hij de stuurknuppel heeft gehanteerd.
Wij gedenken sergeant-majoor radiotelegrafist H.F.van der Heide: sergeant boordmecano H.C. Bartelings en soldaat monteur G.E. Durand.
Het zijn deze mensen geweest, die deel uitmaakten van de bemanning van de Mitchell 409, een bemanning die er om bekend stond haar taak te verstaan. Wij weten weinig van deze militairen, maar wel weten we dat zij stuk voor stuk hebben klaar gestaan, als hen werd gevraagd te vliegen, wij weten dat zij hun gehele wezen hebben ingezet om door de moeilijke brevet examens te komen, en wij weten dat hun vrienden van het 18de Squadron hun noodlot betreuren zo erg als wapenbroeder dit maar kunnen.
Wij gedenken kapitein A.F.M.J.Smeets, compagniescommandant van de 1e compagnie Luchtvaarttroepen. In februari vertrok kapitein Smeets uit bezet Nederland om in juni 1942, een eindeloze opeenvolging van moeilijkheden en gevaren ten spijt, in Engeland te komen, waar hij als ervaren officier met open armen werd ontvangen. Met de “Prinses Irenebrigade” bevocht hij de bevrijding van het vaderland, waarna hij het jonge Commando Luchtvaarttroepen meehielp oprichten, om te slotte mee naar Indonesië te vertrekken. De tropendiensttijd is geen gemakkelijke periode in het leven van kapitein Smeets geweest, want verschillende malaria-aanvallen knaagden aan zijn vitaliteit en was dermate gevoelig, dat hij elke nacht wakker lag, gedurende de tijd dat zijn patrouilles op stap waren . De buitengewone verrichtingen van de eerste compagnie als basisbewaking van Maguwo zijn goeddeels te danken aan de leiding van deze officier.
Wij gedenken dienstplichtig soldaat Piet den Hertog van de verbindingsdienst, die nog maar sinds 15 april 1948 in militaire dienst werkzaam was, maar zich in die korte tijd een geestdriftig luchtvaartman betoonde en persoonlijk uit zijn administratie baan verzocht te worden overgeplaatst naar een meer vooruitgeschoven functie. Hij deed goed werk aan de telefoonverbindingen op Maguwo. Zij allen rusten in vrede!
Hedenmiddag zijn ze begraven. Hedenmiddag hebben dominee en pastoor gebeden gezegd en wij, hun achterblijvende kameraden hebben staan staren naar die rood-wit-blauw vlaggen, waaronder hen lichamen lagen opgebaard in een hanger van het 18e met op de achtergrond glimmende Mitchells,zoals de 409 er één is geweest. Hedenmiddag hebben wij in een stoet gelopen achter de befloerste trom, achter de langzaam marcherend troepen, achter acht, onder bloemen bedolven kisten. Een stoet van honderden meters lang, en stoet van vrienden, verwanten, wapenbroeders en autoriteiten trok van vliegveld naar ereveld.
Wij hebben het afscheid gehoord, dat Generaal van der Eem zijn mannen toeriep, wij hebben de woorden van troost en bewondering gehoord van de legercommandant Generaal Spoor, we hebben vooraanstaande burgers en autoriteiten een laatste groet zien brengen. Maar het ware gemis, de echte droefheid voelden we pas bij het Wilhelmus dat zacht over de dodenakker klonk, toen eerst konden we iets, een klein gedeelte maar, bevatten van de smart en het ongeluk van de nabestaanden,
En naast het verlies van de verwanten, naast het grote gemis voor de Militaire Luchtvaart, voelden we acht vrienden van ons scheiden,acht man,waar we iets aan gehad hebben in de luchtmacht.
Maar in de laatste strofen van het Wilhelmus, toen vier Mustangs laag over de groeve dreunden, kregen we weer het besef terug, dat kapitein de Senerpont Domis, Cdt van het 18de Squadron, ons heeft meegegeven in zijn rede, toen hij zei tot zijn gevallen mannen van het Squadron: “Jullie mannen staan op de lange erelijst van gesneuvelden van het 18de: als jullie de anderen daar boven ontmoet, roep hen dan een tot ziens van ons toe en geef hen onze belofte:
“Wij vliegen door”
Bron: Militaire Luchtvaartblad ” De Stuurkolom” 1 Juni 1949