Het levensverhaal bij de marine, van Dick van Scheijen uit Den Helder,
geboren 25 november 1918 te Groote Keeten. ( Callantsoog)
Dick van Scheijen leerde het vak als monteur bij zijn vader die een smederij had en een busvervoersbedrijf had op de Groote Keeten
Het zat er dus al vroeg in dat Dick van Scheijen motormonteur zou worden daarom koos van Scheijen ook voor de Marine in Den Helder.
Voor dit vak begon hij zijn Militaire opleiding op Marine Kamp Willemsoord in Den Helder op 3 mei 1937, na twee maanden volgde zijn overplaatsing op 16 juli 1937 naar het Marine Vliegkamp de Kooij, voor zijn technische opleiding en als vliegtuigmitrailleurschutter. Maar zoals altijd eerst leren een vliegtuig schoon te maken samen met een dienstmakker.
In het najaar van 1939 werd Dick van Scheijen bevorderd tot vliegtuigmakersmaat en werd overgeplaatst naar Nederlands-Indië, de grote oversteek begon op 10 april 1940 net voor het begin van de 2e wereld-oorlog in Nederland, van Scheijen reisde per trein naar Rotterdam en verder door naar Genua [Italië] vandaar uit werd de reis voortgezet met het motorschip [Sibajak] naar de Oost.
Bij aankomst op 7 mei 1940 te Soerabaja werd de nieuwe lichting in gedeeld op Marine vliegkamp Morokrembangang waar al de Dornier en de Catalina vliegboten operationeel vlogen. Van Scheijen volgde daar zijn opleiding tot boordmecano en schutter, daarna werd hij geplaatst bij de vliegschool.
Eind december 1940 werd van Scheijen over geplaatst naar G.V.T. 8
[ Groep Vliegtuigen 8] met standplaats Tandjong Priok met 3 vliegboten van het merk Dornier Do 24K [ de K staat voor Koloniënen ] te Batavia.
Zo’n Dornier was dus echt een Vliegboot de romp ziet er uit als een boot met een grote vleugel waarop drie zware Wright Cyclone R -1820 motoren een machtige kist.
De taak was, verkennen van scheepsbewegingen rond Sumatra, o.a. rond de Mentawai eilanden ten westen van Sumatra standplaats Padang, elke keer voor drie weken. Ook Sabang en Sambo voor de straat Malakka, Telok Betong voor straat Soenda, Sedano op noord Matoena voor de Zuid Chinese zee en verder nog Pontianak, Banga, Biliton, Palembang en het Tobameer.
Toen op 7 december 1941 de oorlog begon met Japan [ Pearl Harbor ], betekende dat heel veel vliegen, verkennen , bommen werpen, o.a. op de Invasievloot van de jap bij Muntok. Veel mensen opgepikt uit zee afkomstig van het troepentransportschip “Sloet van Beelen” en de torpedojager “van Nes” ( e.e.a wordt beschreven in het boek verkennen en bewaken van Nico Geldhof) .
Ook vrouwen en kinderen en een oude man weggehaald uit Sintang [midden Borneo a/d Kapoeasrivier] zij verkeerde in levensgevaar vanwege de Japanse aanvallen.
Verder convooien begeleiden door straat Soenda met o.a.
de “Repulse”en de “Prins of Wales” en troepentransportschepen met Engelse militairen op weg naar Singapore.
Op 1 januari 1942, 10 uur en 35 minuten gevlogen en op 2 januari 11 uur en 5 minuten , dat betekende s’morgens om vier uur aan boord en s’avonds om elf uur terug a/d wal, want onderhoud, benzine en olie laden deden wij ook zelf.
24 februari was een zwarte dag voor onze beide vliegboten toen de X-17 en de X-18 werden afgeschoten. Van de X-17 keerde niemand terug ( 6 man), van de X-18 kon de gehele bemanning zich zelf redden en kwamen terecht bij het eiland van de vuurtoren Noordwachter. Deze bemanning werden later met de Mijnenveger Hr.Ms. Djombang naar het marine Vliegkamp in Tandjong Priok gebracht.
Beide vliegboten moesten als verloren worden beschouwd de X-16 werd later vernield op 1 maart 1942 bij de hangar op Tandjong Priok opdat deze niet in Japanse handen viel, op dat moment hield de G.V.T 8 op met bestaan [ Groep Vliegtuigen].
Toch belangrijk om de G.V.T 8 te beschrijven opdat men inzicht krijgt de bemanningslijsten hoe e.e.a werd ingedeeld, voor de Dornier: X-18, X-17, en X-16.
X-18.
Groepscommandant Ltz II klasse W.O.P.R Aerhout
2e Marine Vlieger Kpl. van Herwaarden
telegrafist Kpl. van Arnhem
1e Mecano Vltm.m. J. van Dongen
2e Mecano Vltm.m. J.K Boldingh
Waarnemer Ltz. III Klasse KMR J.Harkema
X-17
Bootcommandant Ltz Klasse III G.van den End
1e Marine Vlieger Sgt. P. Mahu
2e Marine Vlieger Kpl. Vlgtmkr. W.J Geurts
1e Mecano Vlgtm.m J.J.Pol
2e Mecano Vlgtm.m A.K van der Pol
Telegrafist Matr. L.J van Hasselt
X-16
Bootcommandant Ltz. II klasse R.L. van Es
2e Marine Vlieger Sgt. J Verkaaik
Waarnemer?
1e Mecano Vlgm.m. Ch Vervoort
2e Mecano Vlgm.m. D van Scheijen
Telegrafist Militie.tel. Bazoni
Chef Mecano van de G.V.T 8 was Sgt. Vlgtm H.J. Wentink, en voor de bewapening F.G.Roos.
Dit bord komt uit de film van Koninklijke Marine in Nederlands-Indië Anno 1938
Met Vice Admiraal H.Ferwerda
’t sal waerachtig wel gaen’
Waarop de schepen De Ruyter- Van Galen- Van Gent- Witte de With-Java -Kortenaer-Banckert. Onderzeeboot K-XII, K-XIV, en de Dornier Do 24 K Met o.a ook de situatie in Soerabaja Marinesociëteit “Modderlust” marinekazerne Oedjoeng, marinevliegkamp Morokrembangan, en de pyrotechnische werkplaats ( Madura)
Voor Dick van Scheijen was er niets anders te doen dan afwachten wat de oorlog met zich mee bracht, als eerste werden zij naar Bandoeng geëvacueerd en te werk gesteld op Andir bij de Militaire Luchtvaart van het KNIL maar dat ging niet door.
Dick van Scheijen werd door gestuurd met een collega naar Tjilitjap voor de opbouw van 8 Bostons bommerwerpers, maar de Jap was hun voor en gooide de zaak plat.
Toch maar weer terug naar Bandoeng waar zij werden gelegerd in de Riouwschool.
Op 8 maart 1942 was de capitulatie een feit er was nog steeds geen jap te zien wel werden de wapens in geleverd dat was wel snel klaar want zij hadden niets om te verdedigen.
Na enige tijd werden het marine personeel naar de Kampementstraat vervoerd en daar werden zij achter het prikkeldraad gevangen gehouden want dat hoorde bij het 15e bataljon in Bandoeng.
Er zaten zo’n 17000 krijgsgevangenen Hollanders, Australiërs, en Amerikanen
Er waren twee kampen, een in Bandoeng en de tweede in Tjilitjap het eerste waar ik zat was slecht vertelde Dick van Scheijen, de Japanse Commandant werd bruintje Beer genoemd vanwege zijn bruine uniform.
Later in een ander kamp in Tjilitjap wat nog slechter was werd ook zwaar gestraft alleen al bij het verhandelen van eten of kleding maar vooral de onderdelen van vliegtuigen werden naar binnen gesmokkeld door inlanders, daar waren radio’s bij om om te bouwen tot zenders.
Dat werd bestraft door 13 uur in de brandende zon te staan.
Na in verschillende Japanse krijgsgevangenkampen te hebben gezeten kwam Dick van Scheijen in augustus 1943 in Tjimahi terecht waar werkt gewerkt op de boerderijen “Zonnehoeve” en “Leuwigadja” waar groenten werd verbouwd.
Al hier in dit kamp van Tjimahi waar wij ingedeeld werden merkten wij door een armband dat er iets bijzonder stond te gebeuren want niet iedereen kreeg deze armband.
In september 1943 werden wij over geplaatst naar Batavia ( Tjideng? ) vanwege de aanwezigheid van de kampbeul “Sonei” gelukkig is de groep van Dick van Scheijen daar maar een paar dagen daar geweest.
Al snel werden zij per trein naar Tandjong Priok vervoerd om met een Hellship de (Makassar Maru) vanaf Batavia naar Singapore te varen. Dat was op 26 september 1943 met 2600 krijgsgevangenen ( 2169 Nederlanders, 429 Engelsen, 2 Australiërs) Dit transport werd aangeduid als Java Party 17. de groep kwam op 29 september 1943 aan.
In Singapore kwam de groep in het beruchte Changikamp terecht en daar bleven zij tot 22 oktober 1943 dus goed drie weken. Vanuit Singapore werden de krijgsgevangenen op de boot gezet de (Matsu Maru 2) om verscheept te worden naar Japan en gelijk werden de mannen gewaar wat die armband betekende, zij werden naar het eiland Kyushu [Japan] gebracht eerst via Formosa waar een groep Engelse en Nederlandse officieren van boord moesten.
Na Takao de haven van Formosa bestond het convooi uit 17 schepen dit convooi werd aangevallen door Amerikaanse duikboten, maar de (Matsu Maru 2) werd niet getroffen de reis naar Modji ging door, daar aan gekomen op 15 november 1943 werden de gevangenen verdeeld om in verschillende kampen te worden geplaatst.
Dick van Scheijen en zijn groep werden in treinwagons gestopt en de reis ging door de tunnel van Shimonoseki via Kobe naar Tokio. Uit eindelijk met een klein treintje naar de bergplaats Ashio op 800 meter een kopermijn stadje ten noorden van Tokio.
Een moeilijke tijd brak aan voor de gevangenen zij werden verplicht om hard te werken in de kopermijnen in de kou, en vaak ook zonder slecht voedsel vele krijgsgevangenen lieten daarbij het leven en waren ziek maar er moest door gewerkt worden de jappen waren gedroegen zich als beulen bij het minste vergrijp werd geslagen of gemarteld. Dick van Scheijen moest vaak de treintjes uit de mijn legen op de koperberg, zo’n kopermijn zag er niet rooskleurig uit, zie een foto van de kopermijn Ashio waar vele krijgsgevangenen hebben gewerkt.
Dit is het eerste deel van een beschrijving over Dick van Scheijen van voor de 2e wereld oorlog en tijdens de Japans bezetting 1942-1945 in Nederlands-Indië en zijn krijgsgevangen tijd in Japan.
Opgetekend door Bert .van Willigenburg
Een mooi opgetekend verhaal. Even wat aantekeningen.
Je werd als vliegtuigmaker opgeleid,dat was toen de kist of de motor dus een van de twee. Toen ik in dienst kwam 1956 was dit net een paar jaar veranderd in Vliegtuigmaker Algemeen (Vgmra). Als je als vliegende bemanning werd ingedeeld kon je je boordschutters brevet halen en meestal waren deze mannen meestal gebreverteerd Mecano, anders haddden ze die vliegende plaatsing niet LET WEL HET WAS OORLOG. Als beschrijving zou ik het woord overplaatsing gebruiken en niet geplaatst bij. (omdat je bij de KM nooit een vaste plaatsing had in de 8 jaar van mij heb ik 8 overplaatsingen gehad) De afkorting GVT 8 geef je goed weer. Op zin Adj.unifoirm mis ik de have wing met brevet MS, hij is ook niet in aanmerking gekomen voor een VliegerKruis. Een mooi en goed verhaalen zijn aftocht naat Japan via singapore en datum lijkt het zelfde als mijn Vader die bij het KNIL diende. Ik heb eerlijk gezegd nog niet veel tijd gehad om naar je verhalen te kijken.Zie ik je a.s dinsdag bij de jap.amb./
Hartelijke groet Dirk.
Jammer dat Dick niet meer leeft. Ik weet veel te weinig over mijn oom.
Mijn oom Christian Bruinhout, geb 9-3-1919 te Den Helder, begon in Willemsoord op hetzelfde moment als Dick: 03mei37; Christian is 1 week later dan Dick naar De Kooy gegaan op 23jul37. Christian werd ook bevorderd tot vliegtuigmakersmaat in het najaar 1939, nl 01nov39. Het zou goed gekund hebben dat ze elkaar hebben gekend!
Christian is gesneuveld op het Meer van Tondano, 1 vd 6 gesneuvelden, op 2e Kerstdag 1941. Hij was vliegtuigmakersmaat van de Dornier Do 24: X-11 behorende tot GVT2. Deze groep en 1 of 2 vliegtuigboten van GVT5 zijn in vlammen opgegaan. Christian was op dat moment op de X-11. MISSING.
Graag hoor ik van mensen die meer weten over Christian Bruinhout. (zal niet meevallen)
mvg
Wilton Bruinhout